Voorbeeldproject: herstel vochtige duinvalleien, Renesse

Herstel van vochtige duinvalleien in de omgeving van het Watergat

Tussen Hoogenboomlaan en Duinhoevepad is in de droge maand november 2011 op terreinen van de Fam. Moolenburgh en het waterschap een aantal valleien en putten bij de Oude Hoeve ontdaan van ruigte en wilgenopslag en geplagd tot het schone zand. Het doel daarvan is de kenmerkende plantengroei van jonge, vochtige duinvalleien als Oeverkruid, Addertong, Duinrus, duizendguldenkruiden en orchideeën weer opnieuw kansen te geven.

Historische ontwikkeling


Tot ongeveer 1975 was de omgeving van de Oude Hoeve een open duin beweid met jongvee. Na het stoppen van de begrazing en het nagenoeg verdwijnen van het Konijn verruigde het terrein en verdwenen alle fijnere elementen uit de valleien. Mede onder invloed van de uitvoering van provinciaal beleid gericht op het bestrijden van verdroging van de duinen en het optreden van achtereenvolgende natte jaren werden valleien en laagten natter en trad na 2000 een complete metamorfose op door massale bosopslag van opgaande wilg.
Een jaar of vijf geleden is geleidelijk opnieuw begonnen met begrazing door koeien. Evenals elders in de binnenduinen gebeurt dat door een gezamenlijk initiatief van particulieren, Staatsbosbeheer en waterschap, waardoor een grote lengte aan tussenrasters kon verdwijnen en van Hogezoom tot zeereep een groot begrazingsgebied is ontstaan. De begrazing gebeurt met Herefordshire koeien van Fam. De Reus van de kaasboerderij bij Nieuwerkerk. Daarnaast loopt er een kudde Shetlandponies van Staatsbosbeheer. Alle dieren lopen er het jaar rond.
Met name op de drogere gedeelten van het duin die waren “dichtgeslagen” met soorten als Duinriet, struisgras en Zandzegge voldoen deze soort koeien uitstekend. Met het geleidelijk opvoeren van het aantal dieren is in een klein aantal jaren het droge duin meer open geworden en krijgt weer kleur doordat meer bloemplanten van duingraslanden er kunnen kiemen. Voor de valleien geldt dat minder. Bosopslag kunnen de koeien niet aan, terwijl de verruigde valleien vooral begroeid met Kruipwilg, Pitrus en Pijpestrootje weinig worden begraasd. Een aanvullende beheersingreep in de vorm van plaggen van de begroeiing in een deel van de valleien was nodig om de begrazing daar een nieuwe start te geven en daarmee een meer gevarieerde ontwikkeling van het duingebied mogelijk te maken.

Sporen van landbouwkundige activiteiten uit het verleden

Even terug in de tijd. Ooit liep Het Palingsdal van de kapel Onze Lieve Vrouw Op Zee (omgeving Verklikkerpad) tot het Palingsgat, een opening in de duinen voorbij de strandafgang Watergat/Hoogenboomlaan, .waar de Banpolders hun overtollig water losten. Op de kaart van Verburcht uit 1673 zien we dat deze wereld er vergeleken met nu volkomen anders uitzag. De binnenduinen waren volledig in agrarisch gebruik. Kleine percelen, een volkstuin, met akkertjes, walletjes en weidegrond waarvan de lage delen zwaar begreppeld waren om er nog wat gras te laten groeien. Een vergelijking met het zeedorpenlandschap dringt zich op. Ook liepen er aantakkingen naar grotere watergangen die voor afwatering richting Palingsgat moesten zorgen.
Minder dan 100 jaar later zien we op de kaart van de Kanter uit 1748 dat wegen en boerderijtjes zijn verdwenen en de onrtginningen deels zijn overstoven. Later was er veel kustafslag bij de Oude Hoeve en het is bekend dat ook op het strand veel sporen van landbouwkundig gebruik zichtbaar werden. De zeereep tussen Oude Hoeve en Watergat was in 1856 dusdanig afgenomen dat een doorbraak ophanden was en werd besloten om een tweetal dijkjes aan te leggen hetgeen heeft geleid tot het ontstaan van de Putten van de Oude Hoeve. Het slaperdijkje is nog zichtbaar als je bij de Verklikker hoog op het Duinhoevepad staat en richting eendenkooi kijkt. Deze geschiedenis is uitgebreid beschreven door Frans Beekman in zijn uitstekende boek over de duinen van Schouwen: “De Kop van Schouwen onder het zand.”.
De periodieke overstuivingen hebben de landbouw uit een deel van de binnenduinen verdreven en waar dat is gebeurd is het duin veel afwisselender dan op de plaatsen waar dat niet is gebeurd en de gronden tot in de moderne tijd zijn gebruikt. Door de overstuivingen is opnieuw een landschap ontstaan met duinkopjes en vochtige slenken op de heersende windrichting, terwijl de verlaten geëgaliseerde akkers zijn begroeid met een monotone vegetatie. Op de topografische kaart verkend in 1912 is mooi te zien hoe ver het zand ten oosten van het Duinhoevepad in de zogenoemde “Polder van Scholte” richting Vluchtheuvel is gekomen. Tevens is te zien dat men het zand met lange rijen stuifschermen probeerde te beteugelen. Het vormt nu de grens tussen “nieuw”en “oud”.
Zowel ten zuiden van de Putten van de Oude Hoeve in het Palingsdal als in het kopjesduinlandschap is een aantal valleien en slenken geplagd en is het vroegere agrarische landschap in de vorm van greppels, wateringen en lage diekjes opnieuw aan het licht gekomen. Zo is onder andere een doorlopende watergang zichtbaar die een paar jaar geleden tevoorschijn kwam tijdens de uitvoering van het LIFE-project van Staatsbosbeheer aan de andere kant van het Duinhoevepad.

Terug naar het heden

Weer is een mooi stuk duingebied opgeknapt en opnieuw in begrazing genomen. Hierdoor zijn garanties ontstaan voor een waardevolle ontwikkeling in de komende jaren. Het zal de status van het Natura 2000 gebied ten goede komen.

(bron: Sterna, 56e jaargang, nummer 3, december 2011)

 
Voorbeeldproject: herstel vochtige duinvalleien, Renesse